Dimanche, matinée à deux en ville (les autres récupéraient de leur soirée de mariage) puis dans l’après-midi, alors que nos hôtes étaient courageusement allés faire un tour en vtt, nous nous sommes plongés dans le Footprint du Nicaragua, et le Rough Guide de Central America, pour planifier les grandes lignes des prochaines 5 semaines! Pour Olivier: Arrivée à Managua, montons à Leon, redescendons sur Granada, les îles d’Ometepe, San Juan del Sur, puis la rivière San Juan au Sud du Nicaragua, avant de traverser pour Costa Rica, où nous voudrions voir le Volcan Arenal, le parc de Monteverde, celui de Tortuguero, pour finir à San Jose.En début de semaine, nous avons mis fin à notre sympathique séjour ‘belge’ chez Virginie et Evert (merci!), et nous sommes montés à Cobán (toujours au Guatemala, pour ceux qui se seraient perdus dans mon explication) d’où nous avons fait un tour (organisé) aux grottes de Lanquin et dans les piscines / pont naturel de Semuc Champey. Malgré le temps pluvieux de lundi et aujourd’hui, mercredi, nous avons eu un temps sec et même quelques éclaircies au moment exact de notre visite sur place! On s‘est dit qu‘on devait être ‘blessed’ ! La région est dotée d’une superbe nature, un peu jungle, surtout tropicale, et des montagnes en toutes formes à perte de vue. Dans la grotte, notre guide a estimé qu’il y avait une bonne énergie dans notre petit groupe de 4 (2 américaines et nous), et il nous a donc amené au-delà de la dernière lampe, pour encore quelques tunnels et grimpettes ‘extra’. Avec deux torches frontales et demie pour 6 personnes, c’était sympa, humide, glissant et amusant!
( Pour le lecteur attentif: la sixième personne était un des 3 policiers qui formaient notre escorte pour la journée. Par mesure de sécurité, l’organisation demande de temps en temps à être accompagnée d’une patrouille. Il y a 3 jours, un bus s’était fait braqué et les gens (locaux et touristes) démunis de leurs appartenances.) Après les grottes de Lanquin, la route de terre continue vers Semuc Champey, où la rivière passe dans un tunnel souterrain, sous un pont de roches. Sur le dessus de ce pont, des piscines et cascades se sont formées, alimentées d’eau cristalline des flancs de montagnes (plus chaude que l‘eau de la rivière), elles ont formé le décors pour l’aventure à la quelle Pierre a participé: passant d’une piscine à l’autre, sautant des rives, puis d’une cascade de 9m, grimpant par une échelle, et entrant sous le pont pour y voir l’eau de la rivière rugir... Pierre heureux comme un poisson dans l’eau, et moi aussi au chaud et sec derrière mon Nikon ;-)! 
Et nous voilà maintenant, mercredi arrivés amplement à temps à l’aéroport de Guatemala City. Ce soir nous arrivons à Managua, Nicaragua, pour encore 5 semaines d’aventures, de découvertes et de rencontres!
Bref, me sentant enfin mieux jeudi matin grâce aux bons soins et la patience de Pierre (qui lui s’était occupé à lire des journaux et jouer au Poker entre autre), nous plions nos sacs dans la matinée. Et notre petite sortie en kayak qu’on voulait encore faire avant midi, est tombée à l’eau (haha, quel jeu de mot!) à cause d’un petit coquin qui s’était approprié une poche de mon sac à dos. Quand j’y ai mis ma main pour vider le fond de la poche, j’ai senti une sale piqure, puis aperçue une tige noire… Un scorpion venait de me piquer ! Enfin, plus de peur que de mal, non, au fond, plus de mal que de peur, car la gérante de l’hôtel était bien au courant des dangers, a pu nous rassurer et a fait tout le nécessaire. Voici mon ami scorpion, après avoir été d’abord tué, puis recomposé pour la photo par Pierre. 
Après ces émotions, nous quittons finalement vers 13h le petit bled de San Pedro La Laguna, muni de notre prétexte pour un jour revenir à Guatemala: voir d’autres petits villages autour du lac! En route pour Antigua, où nous arrivons en début d’après midi, et où les premières vues de l’église de la Merced, teinté d’un doux jaune chauffé par un soleil de fin d’après-midi, nous montre immédiatement ses charmes. C’est un petit centre, avec de petites maisons basses, coloniales et colorées. Semblable finalement à Trinidad, peut être, avec cette différence qu’il y a ici nettement plus de trafic (encore très raisonnable, pas de soucis) et tout ca sous le regard bienveillant de 3 volcans!
Nous avons encore au planning la grimpette sur le volcan Pacaya demain soir et avant de nous envoler pour Nicaragua mercredi, nous aimerions encore faire un tour par Cobán… 
Voor ons ook een onvergetelijke trek, vooral omwille van het machtige gevoel om van Xela naar Atitlan te stappen, en zo het eerste zicht op het meer echt te verdienen, om vanop de laatste bergtop (el rostro de Maya, dichtbij het meer) helemaal in de verte aan de horizon een berg te zien en te kunnen zeggen ‘daar zijn we Zaterdag begonnen. Om na een steile klim, een prachtig plateau te ontdekken, en door het dorpje lopen, gegroet door de kindjes, die samenlopen aan de rand van het weggetje. Om anderhalfuur lang de bedding van een rivier te volgen, die ook tientallenkeren te doorkruisen, en je volledig overmand voelen door de natuur die je omringt. Om je rugzak neer te leggen en midden in de maïsvelden te genieten van lekkere frijoles, om nadien neer te dalen in een ‘bosque nublado’(nevelwoud?) en om op de laatste dag in het donkere te wandelen naar het uitzichtpunt op het meer, de zon zien opkomen tussen de vulkanen, en weten dat het allemaal het zuchten, puffen en zweten meer dan duizend keer waard was! 
Aangekomen aan het meer ter hoogte van het dorpje San Juan La Laguna, zijn we met vrijwel heel de groep doorgegaan naar het aanpalende San Pedro La Laguna, onderaan de Vulkaan San Pedro. Hier zijn onze wegen even uit elkaar gegaan, tot we elkaar ‘s avonds rond een pintje terugzagen, omdat iedereen zijn eigen goesting wel had qua slaapplaats. Ik had stiekem voor Pierre’s verjaardag (en ook wel wetende dat we na 3 dagen stappen zouden genieten van een matras, een warme douche en wat rust) een kamer gereserveerd in hotel Mikaso. Van hieruit genieten we nu van de rust, slapen we in op het ritme van de klapperende golven en worden we wakker met de opkomende zon! Morgen, Woensdag, gaan we waarschijnlijk 2 andere meerdorpjes bezoeken, en in Panajachel overnachten, om dan donderdagochtend naar Antigua door te reizen! 
Terwijl we in de vroege ochtend op het centrale plein wachten in de hoop dat het tourist information ooit nog opengaat, genieten we van het mooie dorpsspektakel rondom ons. De Mam-gemeenschap die hier leeft, draagt nog goed zijn typische kledij en het is prachtig om zien! Mannen in rood-witgestreepte broeken, met blauwwitte hemden en kleurrijk versierde, dikke kragen. De vrouwen dragen een donkerblauwe jurk en een purper versierd hemd. Dit « uniform » draagt bijna iedereen, en dit ongeacht de leeftijd. Enkelen hebben een stok bij met 2 floshjes aan, en dat blijkt uiteraard een teken van hiërarchie te zijn. De hulpburgemeesters zijn elk verantwoordelijk voor de meer afgelegen dorpjes, verspreid in de hoge bergen rond Todos Santos. Dinsdag is blijkelijk de dag waarop ze verslag uitbrengen bij de burgemeester, en dat vinden wij best wel een aangename activiteit! Het mag dan al erg fotogeniek zijn, maar als je als twee enige blanken zo al genoeg opvalt, en bovendien zonder het plaatselijke uniform al helemaal bekeken wordt bij elke stap, dan is foto’s nemen niet gemakkelijk! Of nog zo’n raar moment: ik lees iets na in de Trotter die we mee hebben over Guate-Belize en Yucatan. Een schoenenpoetser naast mij piept mee, en merkt de coverfoto op, waarop hij me vraagt of het een boek in Mam is (hun plaatselijke mayataal). Op de cover prijkt immers een foto van een typisch gekleedde man uit Todos Santos… Dan voel je pas écht een toerist.. Shame shame! 
Uiteindelijk zijn we rond 10u dan maar gewoon de weg naar boven geklommen, naar wat we dachten de ‘Torre‘ te zijn. Blijven klimmen zeiden ze onderweg, langsheen de huisjes waar mensen hout sprokkelen, vrouwen op hun knieën stoffen weven, mannen het land bewerken. We zijn dus blijven klimmen tot ZEKER 3000m en meer! (volgende keer nemen we een uurwerkaltimeter mee, dat zou ons lange discussies vermijden ;-)) En na flink 2uur klimmen werden we beloond met een prachtig zicht op de omliggende bergen en op de vulkanen Tacaná en Tajumulco. (enfin, zo zonder gids hebben we wel zelf heel wat conclusies genomen)
’s Avonds is het er een speciale sfeer, al hebben wij ons avondje in La Parilla gespendeerd, waar we even zijn blijven plakken met zowaar een Belgisch meisje uit Jodoigne (Geldenaken)!
Nu, donderdagavond, zitten we in Xela, aka Quetzaltenango, waar we zijn geraakt na het overleven van alweer een helse chickenbusrit op de panam. Het is geografisch gezien ‘terugkeren’ richting Mexico, maar dat is allemaal uiteraard uitgerekend, gepland en gewild! Van hieruit vertrekken we namelijk zaterdagochtend voor een 3-daagse trek naar het Atitlanmeer. Meer hierover later, morgen is het eerst Pierre (en zus Nathalie) zijn/hun verjaardag!! En als we vroeg uit de veren raken, dan gaan we naar een ander marktje op 1u rijden van hier.
Un soir nous avons été à la présentation du livre ‘l’enfance comptée au méxique’, organisée par quelques ong’s locales, qui travaillent pour améliorer la situation pénible des enfants au Chiapas, qui, peut être en lien avec le nombre élevé de peuples indigènes, est une des régions les plus pauvres du Mexique. Petite soirée qui ne laisse pas indifférente l’assistante sociale qui voyage avec nous.
Pour le simple touriste en nous, une des excursions proposée est un tour dans le Cañón del Sumidero, à 1h de route d’ici. Activité parfaite pour samedi matin, jour où le soleil a refait son entrée! Petit bonus: le Cañón se trouve dans la vallée et il y faisait donc vraiment bon! Lors de ce tour en lancha (bateau moteur) on découvre une rivière engloutie par d’énormes falaises, riches en histoire (des milliers de mayas se seraient jetés du haut de ces falaises lors de l’invasion espagnole) et actuellement en animaux! Singes ‘araignée‘, oiseaux en tous genres, hiboux, pélicans et même 4 à 5 crocodiles! Le chauffeur du minibus nous avait d’ailleurs annoncé la présence de crocodiles en nous rassurant qu’ils étaient végétariens; ils se limitaient à manger la plante des pieds, la ‘palma’ des mains et la fleur intestinale ;-) 
Malheureusement la rivière, qu’est la principale dans la région, est aussi riche en déchets: les mexicains manquent apparemment de culture - c est le guide lui-même qui l’a dit! - et jettent bien souvent leurs déchets en dehors de la voiture. La pluie ramasse toutes les crasses et la rivière en fait une collection immonde! Il est vrai que jeter les déchets par la fenêtre semble être courant. Dans notre bus guatémaltèque direction frontière mexicaine, une petite fille demandait à sa maman où était l’emballage plastique de leurs tacos qu’elles venaient de manger. La maman montre la fenêtre qu’elle vient de fermer en disant « ca s’en est allé » … Belle éducation! La fenêtre qui mange les déchets et les fait disparaître!
Il y a de quoi faire de longues études ethnologiques au sujet de leurs coutumes et la façon dont ils parviennent à les faire respecter (exclus sont ceux qui ne les respectent pas) et protéger d‘influence extérieure (nous avons vu 5 ‘officiers’ foncer vers 2 touristes qu’avaient osé prendre des photos des présidents en grande tenue, assis comme tous les dimanches en haut de la place du marché. Fort photogénique, certes, mais pas permis…! )
A Tikal nous nous installons donc dans notre chambre du Jaguar Inn (je suppose que le nom laisse déjà deviner que nous sommes en pleine jungle!) et à 16h nous entrons visiter le parc. Le ciel est couvert, la drache menaçante, et les touristes donc plutôt absents! Nous nous baladons dans la jungle et spottons très vite quelques singes, un coati et entendons différents chants d’oiseaux… Le site même est impressionnant, je vous passe un cours de tourisme/histoire, mais imaginez-vous plusieurs hauts temples surplombants une épaisse jungle… Sous cette végétation se reposerait d’ailleurs encore 90% de l’ancienne cité! La nuit tombée, les bruits deviennent plus forts, et nous laissons la jungle à ses réels maîtres pour se retrouver autour d’une petite table du resto de l’hôtel et … pour l’occasion … une vraie de vraie bouteille de vin! C’était la fête de nos 10 ans ;-)
A ce même moment, des dizaines de personnes doivent être en train de voir un peu le même soleil monter dans la jungle, depuis le temple IV, dont on dit que la vue est idéale, mais nous avons lu le Routard tout juste trop tard, et profitions trop de notre paix royale sur le temple II! Après ce grand moment, nous avons encore parcouru le parc, d’autres temples et vu d’autres oiseaux dont le splendide toucan!! 
Le ciel un peu chargé ne semblait pas promettre de coucher de soleil très ensoleillé, alors nous avons décidé de descendre sur El Remate en milieu d’après-midi où nous sommes allés nous installer chez 'Mon Ami’ (pour info Ingrid: en El Mirador del duende no había lugar! Ils avaient cependant en effet une superbe vue droit sur le lac! ) Première nuit dans la maison du proprio, un peu space la petite chambre, seconde nuit dans ses bungalows qui sont superbes! D’architecture bien locale, tons chauds, toit en paille … et donc pas hyper efficace contre la drache de dimanche nuit… :-) Nous avions re-rencontré sur place deux australiens fort sympas avec qui nous avons passé une bonne soirée dimanche soir, puis aussi une jeune canadienne, avec qui nous avons passé la journée de lundi, d’abord en balade dans le biosphère protégé tout proche, puis dans la piscine d’un hôtel du village, qui débordait presque dans le lac … 
Mardi matin, une nouvelle journée de transport s’annonce. Nous avons longuement hésité entre: levé à 4h pour aller en service organisé (minibus + bateau + minibus) pour 45USD pp, ou d’aller à Flores, puis de prendre le premier bus pour la frontière, de trouver une lancha, puis encore trouver un minibus qui nous amènerait à la destination du jour: Palenque, de retour au Mexique!
Bref, arrivés dans le bled du bout du monde nommé La Tecnica, on a fait ce que Pierre trouvait sorti droit d’un film Indiana jones: on a traversé la rivière en lancha pour mettre pied et escalader l’autre rive … côté Mexique! Je vous passe les détails de la suite du trajet: le minibus qu’il n’y avait plus (le dernier étant déjà parti), le trip en taxi, la course poursuite du minibus qu’on a rattrapé, les 3 contrôles police/armé et Pascale-aux-yeux-pincés qui s’imaginait que chaque virage était le dernier avant le ravin… Arrivés la nuit tombée à Palenque, nous avons trouvé vite fait, bien fait un logement près de la route vers les ruines et du terminal de bus. Et avant même que notre réveil n’ait pu sonner à 7h00, nous nous sommes réveillés par ceci: 
Après cette dernière dose de culture, nous sommes montés en début d’après-midi dans un bon bus mexicain pour près de 5h de délires et de courbes, en direction (vers l’ouest) de San Cristóbal de las Casas! Notre paquet de chips gonflant petit à petit aurait dû nous alerter: on est monté, et monté haut! Et en hiver, sans soleil, plus on monte, plus il fait FROID! Brrr…